vrijdag 17 juni 2016

Eindopdracht lesvoorbereiding BV


Beeldende vorming les 9

Dit was alweer de laatste les. Voor deze les moesten we kindertekeningen meenemen. Ik had verschillende oude kindertekeningen van mijzelf meegenomen. We gingen deze tekeningen analyseren aan de hand van verschillende opdrachten.

De eerste opdracht was dat we de kindertekeningen moest indelen in fases.
Fase 1: Krabbelen




Fase 2a gecodeerde werkelijkheid







Fase 2b gecodeerde werkelijkheid

We hadden geen foto's van kindertekeningen van fase 3. We hadden wel een tekening digitaal van de struisvogeltekening. Er was hierbij goed gekeken naar de werkelijkheid, daarom hoort deze tekening in fase 3. Echter waren er nog wel wat verbeterpuntjes. Een echt goed voorbeeld van fase 3 uit onze klas was een tekening van een blikje.

Na deze opdracht moesten we de beeldaspecten die we kregen zoeken in de tekeningen. We konden bijna alle beeldaspecten wel ergens plaatsen. Hieronder de resultaten.



De laatste opdracht die we kregen was dat we twee tekeningen uit moesten kiezen die een goed of juist een slecht voorbeeld waren van de leeftijd behorend bij de fase.

Een goed voorbeeld was de krastekening uit fase 1 links bovenin. Degene die dit had gemaakt was 2 jaar oud en hoort dus in fase 1 te zitten.

Een ander goed voorbeeld de tekening van Veerle van de struisvogel. Deze tekening was gemaakt toen ze 11 jaar was en ze zat in begin fase 3.



Beeldende vorming les 8

Deze achtste les ging over het beeldend probleem. Er is een beeldend probleem als er zowel een beeldend als een technisch doel is.

De eerste opdracht die we kregen was dat we een kubus moesten tekenen. Deze opdracht had geen beeldend doel en ook geen technisch doel.

De tweede opdracht was dat we een kubus moesten tekenen vanuit twee verdwijnpunten. De docent tekende het voor en wij moesten het nadoen. Deze opdracht had alleen een technisch doel en geen beeldend doel.

(links is de kubus van opdracht 1en rechts de kubus van opdracht 2)
Wat een eyeopener was dat ik al heel mijn leven kubussen 'verkeerd' teken! Verkeerd in de zin dat je het niet realistisch is.

De derde opdracht was het tekenen van een kubus met een emotie, blij. Hierbij was geen technisch doel maar alleen een beeldend doel, namelijk dat de kubus er blij uit moet zien.

De laatste opdracht was een opdracht met een beeldend probleem. De kubus moest er boos uit zien (=beeldend doel), maar dit mocht niet te zien zijn door een gezicht maar door lijnen en kleuren (=technisch doel).

(op de foto is een blije kubus te zien, een verlegen kubus en twee boze kubussen)

Na al deze korte opdrachten ging we door met een grote opdracht. We moesten van klei een mens maken die in verhouding was en een emotie liet zien aan de houding van de persoon. Dit is een beeldend probleem want er is een technisch doel namelijk dat de mens in verhouding moet zijn en er is een beeldend doel namelijk dat er een emotie te zien is aan de houding.

Hieronder wat foto's van het bedroefde mens dat ik heb gemaakt. Ik had goed gelet op de verhoudingen en dat is redelijk goed gelukt. Ook is duidelijk te zien dat de persoon bedroefd is.









Beeldende vorming les 7

Deze les ging over beeldaspecten. Het gaat over de manier waarop je iets kunt vertellen in beelden. Er zijn verschillende catergorieën namelijk:
-Kleur
-Vorm
-Ruimte
-Positie
-Standpunt

De opdracht die we kregen was: zoek het juiste beeldaspect bij de juiste afbeelding. Ik kreeg een afbeelding en een beeldaspect die totaal niet bij elkaar klopten. De uitdaging was om degene te zoeken die het beeldaspect had die bij mijn afbeelding paste. Dit was vrij lastig omdat er een paar beeldaspecten bij zaten die we niet kenden en er wat afbeeldingen bij zaten die erg op elkaar leken.

Uiteindelijk had ik dan toch het goede beeldaspect bij mijn afbeelding gevonden.



Kleursymboliek hoort bij deze afbeelding omdat wit staat voor maagdelijkheid en omdat op het beeld te zien is dat de rozen blauw zijn in plaats van rood. Hiermee wordt aangeduid dat het huwelijk slecht is. De kleuren hebben in deze afbeelding dus een duidelijke betekenis en daarom hoort kleursymboliek bij deze afbeelding. Wat ik vooral heb geleerd van deze opdracht is om eerst rustig en goed de afbeelding te bekijken in plaats van zo snel mogelijk proberen je beeldaspect te vinden. Het was mij namelijk eerst niet opgevallen dat het gek was dat de rozen blauw zijn. Als je beter naar een afbeelding kijkt zie je veel meer.

Een andere opdracht die we kregen deze les was het maken van een abstract beeld met een emotie. Als basis hiervoor moest je een selfie maken en deze gebruiken. Voordat je de selfie ging maken moest je een emotie kiezen en deze selfie daarna bewerken met een programma op de ipad.



De emotie die ik had gekozen is denk ik wel duidelijk op te maken uit het beeld. Dus als je naar dat criteria kijkt is het goed gelukt. Echter, het was de bedoeling dat ik niet meer herkenbaar zou zijn, wat dat betreft is het niet gelukt. Ik heb ervoor gekozen om het beeld abstracter te maken door de wenkbrauwen overdreven te vergroten en ook door middel van kleur de emotie beter tot uitdrukking te laten komen. Dit beeld was nog niet klaar maar we moesten helaas stoppen. Het heeft mij wel gemotiveerd om in de vakantie aan de slag te gaan met photoshop want het heeft heel veel leuke mogelijkheden en is zeker handig in het onderwijs!



Beeldende vorming les 6

Bij deze les was ik helaas ziek dus hiervan is geen blog.

Beeldende vorming les 5

De vijfde les was eigenlijk een soort vervolg op de vorige les. Deze les ging namelijk ook over beeldcultuur. We hadden deze keer de groep in tweeën verdeeld. Gezamenlijk kozen we één van de klassieke beelden van de vorige les en deze moesten we postmodernistisch maken. Mijn groep koos het beeld: het laatste avondmaal.

We moesten dit beeld dus omzetten in een postmodern beeld. Eerst gingen we met de hele groep brainstormen over hoe het beeld er tegenwoordig uit zou zien. Gezamenlijk kwamen we op verschillende ideeën. We hadden allemaal spullen verzameld en een hele opstelling gemaakt. De foto kon worden gemaakt! Toen de foto was gemaakt moesten we deze nog extra postmodern maken door middel van photoshop. Het was alleen jammer dat er zo weinig tijd voor was omdat het lang duurde om de foto te maken en omdat het de eerste keer was dat we gingen photoshoppen dus het duurde lang voor ik door had hoe het moest. Het was gelukt om twee hamburgers op de tafel te zetten maar toen had ik de verkeerde afbeelding naar mezelf gestuurd. Ik zet hem toch hieronder om te laten zien hoe ons postmoderne beeld is geworden (denk er twee hamburgers bij). Het is wel erg leuk om de mogelijkheden te ontdekken van photoshop!



Beeldende vorming les 4

De vierde les ging over beeldcultuur. Deze is in te delen in drie perioden, namelijk:

Tot 1860: de klassieke periode
Tot 1960: het modernisme
Tot nu: het postmodernisme

De klassieke periode: natuurgetrouwe weergave van de werkelijkheid, groot belang van details en de religie en morele betekenis stonden centraal in de kunstwerken.
Het modernisme: experimenteren met vorm en kleur etc. Het natuurgetrouwe moest plaatsmaken voor de nadruk op emoties en abstractie. De macht kwam in handen van de burgers.
Het postmodernisme: Het product moet aansluiten op de consument.Het gevoel moest plaatsmaken voor overdrijving en vermenging.

De eerste opdracht die we kregen deze les was dat we afbeeldingen bij de goede periode moesten leggen. De klas werd opgedeeld en je moest zien te zorgen als groep dat alle afbeeldingen (die random werden uitgedeeld) bij de juiste groep kwam te liggen. Het bleek nog best lastig bij sommige afbeeldingen en andere waren juist weer heel makkelijk.

Daarna kregen we als opdracht om een klassiek beeld te vinden. Wij hadden gekozen voor de geboorte van Adam. Als je een beeld had gevonden moest je hier een podcast van maken. We hadden informatie opgezocht over het schilderij en hadden met behulp van een programma waarin je ook dingen kon aanwijzen een tekst ingesproken. Ik sprak de tekst in terwijl Amy mijn tekst visueel ondersteunde.

Hierbij de link van onze podcast: https://www.youtube.com/watch?v=l8EV-hB0jaM


Beeldende vorming les 3

Deze derde les ging door op de vorige les. We racemonsters moesten in beweging komen! De werkprocessen die hierbij hoorden waren de ambachtelijk werkproces en het ontwerpproces. We moesten in groepjes van 4 personen, dus 2 racemonsters het filmpje maken. We hadden bedacht dat onze racemonsters tegen elkaar zouden gaan racen en we vonden het leuk als er één zou crashen. We hadden een greenscreen en maakten zelf de omgeving. Het was erg leuk dit te doen want we hadden dit nog nooit eerder gedaan en je leert stapje voor stapje hoe het werkt (vooral door terugkijken). De link van het filmpje met verschillende camerastandpunten staat onder aan dit bericht. Als laatste hebben we gereflecteerd door het maken van een beoordelingsmatrix.










Beoordeling:
2 voertuigen & decor: 1
Snelheid: 2
Strijd: 2
Crash: 2
Verhaal (plot): 1

Link naar het filmpje:
https://www.youtube.com/watch?v=0gh1ifJsg3g






Beeldende vorming les 2

De tweede les beeldende vorming ging over werkprocessen. Hieronder worden drie verschillende werkprocessen uitgelegd volgens de theorie van Zwiers met hun voor- en nadelen.

Het traditioneel ambachtelijk werkproces: Er is een model, een voorbeeld, en  aan de hand daarvan worden kopieën gemaakt. Het voordeel van dit proces is dat je goed leert kijken. Dat je goed de techniek leert en de motoriek ontwikkelt. Het nadeel is echter dat het beeldend vermogen niet wordt uitgedaagd.
Het ontwerpproces: Er wordt door middel van schetsen naar een oplossing toegewerkt en levert op basis hiervan een doordacht ontwerp. Het voordeel hiervan is dat er echt aan de slag wordt gegaan met het beeldend vermogen als uitgangspunt. Het nadeel is dat je nu niet bezig bent met de techniek/de ambacht maar dat het oplossen van het probleem centraal staat.
Het experimentele werkproces: Het staat niet vast wat het product zal worden, maar er wordt gezocht naar oplossingen met de middelen die op dat moment aanwezig zijn. Het voordeel hiervan is dat zonder vastgesteld plan er meteen begonnen kan worden met creëren. Het nadeel is dat de uitkomst onzeker is, omdat het afhangt van het werkproces.

Welk werkproces wordt gebruikt hangt af van het doel van de opdracht en van de doelgroep.

Deze les kregen we een opdracht die hoort bij het experimentele werkproces, want de opdracht was erg vrij. Het stond niet vast wat het product ging worden. De opdracht die we kregen was om van ons zelf meegenomen kosteloos materiaal een racemonster te maken. De racemonster moest ook nog aan een paar eisen voldoen. Er moesten namelijk drie verschillende assemblagetechnieken gebruikt worden en het monster moest snelheid uitstralen en er monsterlijk uit zien. We deden deze opdracht in tweetallen. Eerst bekeken we wat voor materiaal we tot onze beschikking hadden. Daarna gingen we aan de slag. De assemblage technieken die we gebruikten waren:
-verbinden met touw
-verbinden met splitpen
-verbinden door het in elkaar te steken

Hieronder twee foto's van ons racemonster. Een snelle foto (de eerste en een monsterlijke foto (de tweede).





Dan als laatste nog de beoordelingsmatrix:
Ruimtelijk voertuig: 2
Snelle vorm in één geheel: 1,5
Losse beweegbare onderdelen: 1
Monsterlijke uitstraling: 1
3 assemblagetechnieken: 2